Woordenspinsel
Is het
dapper of dwaas
uit te dagen
dat wat
niet te dagen valt?
Is het
dapper of dwaas
het onbestaande op te roepen
een schemering in de middag
bevroren vlammen
Is het
dapper of dwaas
om eventjes
eeuwig te pauzeren bij
de eventualiteit van een ongewisse zekerheid?
Treed eens ongewapend tegemoet
al dat geen kwaad doet
en wees ontwapenend
als de kolder van een kind
dat jou onverbiddelijk schaakmat zet
in een potje pret en kwartet
Misschien is het
dapper én dwaas
het onuitdaagbare te dagen
nachtenlang en nooit
Bestaat immers bangzijn voor het onbestaande?
Kun je
met zekere tred
een schaduwrijk betreden
en aldaar rijmend
monter een monster overreden niet eng te zijn?
Kun je
de schim van een twijfel
ontdoen van weifel
waarna je schrander voortschrijdt,
en de schim spook noch schrik meer is?
Voorts weef ik verder
Woorden waarlijk wonderbaarlijk
kies ik opzettelijk
tergende, tartende en trage termen
Woorden zijn mijn wipwap,
mijn schommel, mijn speeltuin
Een glijbaan is dit gedicht
Taal is mijn kabaal, mijn herrie
Als iets me uitdaagt is het dat
wat ik kan en willen zou:
orde met woorden
Dapper en dwaas
ben ik graag beide
Te dagen wat niet kan
is echte durf
Ik denk aan
winter op een zomerdag
Wat ‘wint’ de eerste lettergreep in
‘winter’,
of staat die er gewoon?
Mijn poëtische pen
brandt zich aan de sneeuw
Wat ontkent
de ‘nee’ in ‘sneeuw’,
of staat die in balans tot de ‘ja’ in ‘jaargetij’?
Ik peins nog even verder
voel me gezegend
met de tijd der talrijkheid
en bezit het besef
dat een uitdaging
nooit het onmogelijke vraagt
als je jezelf uitdaagt
-bastiaan