Winterblauw
De maanden van het jaar
liggen als lagen op de dagen, als plaggen,
zwaar, zompig
Vol gebeurtenis, gedachtenis gezogen
En zoals die plaggen vroeger
plachten te bevriezen,
doen ze dat niet meer
Ze dampen zelfs nog in de winterkou
Het is lieverlee het lot van hedenjaar
nu zelfs leugens waar
zijn, en de winter warm
Vriest slechts nog het verleden
We blikken terug, bezinken al
met groot gewicht
Slikken nog een keer,
bezweren: niets zal bovendrijven
Maar de oppervlakte
verbloemt de diepte niet
verschaft haar slechts een dak
Voor het vroeger, om in te wonen en te wenen
Verdriet om de verdwenenen
koesteren we met een steek
met een glimlach,
onoprecht en bleek
Vaarwel oud jaar!
Kil eerder dan koud, nooit oud
noch jong geweest
Het nieuwe mag me warmen, troosten
omwille van de uitgestoken armen, de lach
de vertrouwde blik, de hulp
de steun
die ik niet meer kan omarmen
-bastiaan