26 September 2017

Zesde gastbijdrage aan Nachtsnuiver

De Poëet is terug van vakantie. Zijn eerste gastbijdrage las je in januari, de tweede verscheen in februari, tijdens De Boekenweek plaatste ik zijn derde stuk.

28 augustus 2017

21.17 uur

Avranches, Normandy

Alles is een beetje anders. Veranderlijkheid is natuurlijk eigen aan elk moment van de dag, maar in het licht van de Normandische zonsondergang lijkt anders nu het mooist. De natuurcamping waar ik me bevind leent zich er graag voor; in de verte Le Mont Saint-Michel rijzig in het water, al eeuwenlang deelgenoot van een tafereel vanuit vele perspectieven. Schakeringen mooier dan oranje (ik houd niet van oranje) en een lila in de lucht ontfermen zich over het purper van de bladeren, het bordeaux van de bloemen. Ik bedien me niet van dure kleurentaal, dat is het uitzonderlijk mooie, ik beschrijf werkelijk alleen wat ik zie. De lucht is weids, dreigend, niet met wat komen gaat maar met wat had kunnen komen; een niet ingeloste belofte kan soms ook fijn zijn. Een zwakke maan kijkt door het grijs en roze alvast mee. Getjirp, wind in de verte, naderend; dan nabij. Onderwijl blaast een eigenzinnig briesje door de bladzijden van een openliggend boek. Het schijnsel van de dalende zon kleurt de ritselende bladeren beige met een gouden tint.

De aanblik en het geluid van bladeren in de zachte wind roeren me. Te bedenken dat ik dit boek nu zo mooi vind terwijl het zijn functie niet vervult, nu het immers niet wordt gelezen. Dat laatste deert niet gelukkig: de personages in het boek wachten wel, zij hebben een oneindig geduld, hun verhaal is al voltooid. Dan het moment dat plots de maan feller schijnt dan de zon. Weer is alles anders, minder een deken van de laatste dag, meer de nakende nacht. De krekels meer aanwezig, de wind wat frisser. De schemering daalt neer. Mooie term, ‘neerdalende schemering’; het licht dat thans de hemel verdonkert lijkt werkelijk als een geduldige maar niettemin onverbiddelijke vloed over de wereld heen te vloeien.

Het boek is weer opgepakt en ligt open op schoot. Het vervult zijn functie weer, het verhaal gaat verder in de verbeelding van de lezer. Niet voor lang alleen, gauw is het te donker om te lezen, of om de pen te zien waarmee ik nu schrijf. Zo eindigt een dag, zo pauzeert het verloop van een verhaal. Het boek dichtgeklapt, de personages en hun plot terug tussen een dunne kaft. Zij weten hoe alles afloopt. De avond boven mij is nu ontbloot, een eenzaam blauw tussen grijze vlekken, een ster hier en daar. De wolken dralen om hen door te laten. Ik zoek naar mijn laatste woorden. Elk einde heeft een slot. Van licht is geen sprake meer. Van woorden evenmin.

https://imgur.com/yOEUvB3.jpg